Alarm

SBlog - Keep track of wat SB Fotografie zoal doet. >>

Het was weer zover. Een dag. Een gehaktdag. Een druilerige nutteloze midweekse dag waarbij de meeuwen nog te beroerd waren om uit hun nest te kruipen. En juist op deze ene dag hadden we ons weer tot in de puntjes voorbereid om ditmaal eens een leegstaande boerderij meester te maken.

Hooi! Hooi! De gebruikelijke begroeting zoals een ieder die wel kent als je een bekende ziet die al jaren om je heen hangt als kleding om je lijf. Na deze begroeting volgde ons plan. Een plan die ditmaal meer voorbereiding vergde dan anders. Een plan met detail, zóveel detail dat zelfs de grootste microscoop niets anders kon doen dan hulpeloos toekijken hoe wij ons masterplan genadeloos en met een grotere precizie dan het zwaard van een samoerai shaolin op papier gingen zetten. Niets maar dan ook niets moest aan het toeval over worden gelaten. Reden? Dit was een heule vette boerderij, loaded maar midden op een open vlakte en met omliggende boerderijen in het gezichtsveld. En daarmee stuitten we gelijk op een probleem. De boeren. Boeren zijn een noodzakelijk kwaad in deze. We kunnen niet zonder ze want dankzij boeren kunnen wij eten (hulde). Maar boeren hebben een genetische afwijking en dat heet sociale controle. Boeren hebben niets met wie of wat dan ook wat binnen hun gezichtsveld komt. Het interesseert ze niet of het voor hun bedoeld is of niet, zodra je binnen het gezichtveld van een boer komt heb je shit aan je knikker en wekken ze de drang op om achter je aan te gaan.

Nog een probleem: er was maar 1 weg er naar toe. 1 fucking weg! Voordat we überhaupt ook maar 1 plaat rubber op het asfalt zouden plempen stonden de boeren al klaar met hun jachtbuksen om ons, indringers, genadeloos af te slachten! En dan hadden we het nog niet over het verbergen van de auto bij de boerderij en hoe en OF we überhaupt binnen konden komen.

Nadat we onszelf hadden overtroffen met een voorbereiding waarbij die van de Navy Seals sneller zou verbleken dan een dooie plant in de Sahara gingen we op pad. We reden weg met een redenatie, een levensvorm die krachtiger was dan de uitbarsting op Fukushima, een allesomvattende definitie van kracht! Namelijk dat wij iets gingen doen wat de boer nog niet kende. En wat boeren niet kennen vreten ze niet. Met die gedachte én de stapels ordners aan voorbereidingen gingen we op pad, wetende dat wij wisten wat we gingen doen, wij alleen en niemand anders.

We reden, we keken, we kwamen aan, keken om ons heen, zagen de bewoonde boerderijen als afgezanten van Lucifer himself om ons heen en deden waar we goed in waren; gewoon doorrijden en doen alsof onze neus bloedde. De dood of de gladiolen, voor nu of het hiernamaals! Nadat we Willeke Alberti als eindtune hadden opgezet volgden de laatste honderden meters naar de eeuwige jachtvelden óf het pakhuis! Steeds dichterbij kwamen we....steeds meer werden we welkom geheten door dit verlaten kunstwerk die ons leek te begroeten met een warm welkom in de vorm van een overkapping waar we onze auto onder konden plaatsen en waarmee we volledig onttrokken werden aan het boze oog van Lucifer zijn afgezanten.... we hadden het gehaald! Nadat we nog enkele minuten bleven wachten om eventuele jachtbuksen en andere vormen van martelaarschap af te schudden beseften we dat het ons wéér gelukt was.

Next step... binnenkomen. Atijd weer een strijd die eeuwig in de vergetelheid van de neutrale lezer geraakt omdat je daar nooit bij stilstaat. We keken, we kropen, en haalden onze huid open aan de doornen en stekels die ons op afstand wilden houden op weg naar die ene ingang. En uiteindelijk... op een van de meest moeilijk bereikbare plekjes vonden we een houten plank die we met héél veel moeite en kracht uiteindelijk konden wegbreken. Nadat we een blik wierpen door de smalle, dodelijk zwarte inham die voor ons gereed stond bleken we tegen een pre-oorlogs landbouwwerktuig aan te staren. Verrek! Maar dat was niet de bedoeling! Maar als een stel bloeddorstige hyena's roken we het aangeschoten wild! We moésten ook deze hindernis nemen! Met de laatste wanhoop der krachten en menselijke elasticiteit wurmden we onszelf met alles wat we hadden naar binnen! Yes... we made it!! We waren in het hart van de boerderij... links van ons, rechts van ons, onder ons, boven ons... overal lagen decennia stof en spinnenwebben ons een hartelijk welkom te heten. De volgende stap diende zich direct aan... wáár was de ingang naar het voorhuis? Normaliter heb je in elke boerderij een deur die naar het voorhuis gaat maar hier niet... geen deur, niets! Het was donker, het was muf, het was ronduit levensgevaarlijk en toch besloten we om naar het hoogst haalbare punt te klimmen met als enige vriend het licht van onze zaklantaarn! Na kijken, speuren en vooral uitkijken dat je geen 4 meter naar beneden viel zagen we achter een stapel planken die deur.... die ene deur die ons die goed gevulde pot goud zou brengen! Onze lijven knalden uit elkaar van spanning. Met de voorzichtigheid van een tank worstelden we ons (wederom) met man en macht naar die deur. Dat verrekte kreng moést verliezen van ons aanstaande winnaars! Nadat we alle planken hadden verwijderd duwden we de deur open, echter gaf zich deze nog steeds niet gewonnen..... er stond een fiets achter! Met 2 paar compleet op hol geslagen schouderpartijen ramden we ook het laatste struikelblok naar het eeuwige walhalla en lieten de eerste lichtstralen ons verwarmen naar een emotionele extase! We-waren-er! Sonja keek naar rechts, ik keek naar links... en Sonja zag... de pot met goud! De woonkamer! Ze keek récht in het hart van onze goudklomp! Alles stond er... tig jaren onaangeroerd...maagdelijk...alsof je getuige was bij de opening van het graf van Toetanchamon.......en toen.....

....begon moedertje tijd te fucken met ons. Het was genoeg geweest. Terwijl Sonja langzaam de eerste schreden wilde zetten op de maagdelijk mooie vloer keek ik nog steeds naar links...in slow motion draaide mijn hoofd, steeds verder, ik bleef draaien en alsof de tijd ineens was stilgestaan kwam mijn hoofd ook tot stilstand bij een kastje. Met een geworpen blik in het kastje die een oneindigheid duurde werd langzaam duidelijk dat dit kastje geen kastje uit de 17e eeuw was. In het kastje zat nóg een kastje... een modern kastje.... Lampjes... prachtige groene lampjes stonden te branden en schrokken niet van mijn aanwezigheid. De slowmo duurde voort... ik keek boven de lampjes en ontdekte tekens die deed vermoeden dat dit een combinatie van letters waren in een geschrift die leesbaar was. SLT Alarm stond er. En terwijl ik de letters in mij opnam en ontcijferde in mijn vocabulaire verschoot een groen lampje ineens naar rood. Ik keek..... ik dacht na...... ik telde op....en ineens ontvouwde zich de uitkomst voor mijn neus.... it was a fucking Silent alarm die af was gegaan!... Ik draaide mij direct om en zag Sonja nog steeds in slow motion naar haar pot met goud lopen..... Sooooonjaaaaa!!! Alaaarmmmm!!! We bedachten ons niet en ramden onszelf weer die ene weg terug naar buiten, die ene, donkere, levensgevaarlijke weg! Zwaar beschadigd, gebroken en met het stro op de enkels vluchtten we de auto in en joegen de toerenteller line recta naar de rode cijfers! Weg! Snel! Boer of geen boer! Geen enkele jachtbuks of poort der hel had ons tegen kunnen houden hoe wij ons op dat moment voelden! We knalden 15 minuten lang door de geluidsbarrière totdat we op een veilige plek ons zelf tot stilstand hadden gebracht.

Ontdaan van het stro en schichtig om ons heen kijkend beseften we dat we door het oog van de naald waren gekropen. Holy sweet Jesus... Dit was een close call. In alles! Echter... waar we voor kwamen...heeft alleen Sonja kunnen zien....en niet meer dan dat.