Hartkloppingen

SBlog - Keep track of wat SB Fotografie zoal doet. >>

Nja... De meest gestelde vraag die we wekelijks naar ons toegeslingerd krijgen is "zijn jullie wel eens betrapt?".

Pinokkio zou jaloers op ons zijn geweest als ons antwoord een volmondig "Nee" was geweest, maar helaas voor Pinokkio zijn we uiteraard meermalen betrapt. Altijd leuk om zo nu en dan een (bijna) 'busted' ervaring te delen met onze trouwe lezers.

Groningen, hartje zomer. Mooi weer. Op een steenworp afstand stond een boerderij, een heuse boerderij met schuren, meerdere mooie schuren. Schuren met stro, hout en een dak. Een dak waarbij je een ongeschreven wet van stal kunt halen dat ook hier een grotere kans op instorting aanwezig was dan zitten in een iglo midden in de Sahara. Een leegstaande boerderij waarvan we wisten dat die in no-time één zou worden met de begane grond onder hem. Deze boerderij wilde ons en wij wilden hem. Een soort van final goodbye, een everlasting afscheid, een wederzijds gentlemen's agreement. De boerderij smachtte naar ons en wij waren de aangewezen urbexers die dit afscheid luister gingen geven. Alleen jammer van dat hek. Een stom, idioot geplaatst hek. Een hek, zó vakkundig geplaatst door veel te ijverige overbetaalde ambtenaren, dat je er gewoonweg niet langs kon. Een hek met sloten waar Houdini zich geen raad mee zou weten. Naast dit stomme hek hadden we, alsof het ooit anders mag zijn, weer een half dozijn buren die met hun doorgeladen Kalasjnikovs ons op stonden te wachten, klaar om ons de schenen richting verdoemenis te blazen.

Uiteraard lukte het ons om binnen te geraken. Om de boerderij heen hoorden we schapen; het geluid van natuur en in combinatie met de zon, zomer en warmte waren alle ingrediënten aanwezig voor een chill dagje. Een dagje met camera's, statieven, koffie, witte bolletjes met boterhamworst en lenzen. Een dagje die een andere wending zou krijgen dan we voorzien hadden....

Nadat we gereed waren pakten we alles in en wilden we weer naar onze auto. Vanwege de vele Kalasjnikovs die nog steeds al hun lood richting onze schenen pompten stond ons voertuig 500 meter verderop en waren we gedoemd om die afstand, vol in de schijnwerpers, te lopen alsof we volleerde Nordic walkers waren die net 80 km in de benen hadden. Anyway... we kropen de schuur uit, Sonja voor, ik er achter toen volledig onverwacht Sonja rechtsomkeert maakte en snoeihard fluisterde "Er is hier iemand!!". Verrek, ik zag een fiets... een fiets die er eerst niet stond. Een Batavus fiets met 7 versnellingen, grijsblauw van kleur en reeds ontdaan van spanbanden. Deze fiets had een eigenaar en die liep net naar binnen de andere schuur in! Fuck! Het was een boer! Een ouwe, handgeschakelde boer met bakkebaarden tot de tepels! Een boer van het type ruwe bolster! Een boer waar je al bang van wordt als je alleen al een foto ziet! En dit was er eentje, een echte, een mastodont die nooit beperkt is geweest in zijn groei maar eruit ziet als een mammoet. Arme fiets! Arme wij!!

We kropen als een stel stuiterende drugskanonnen weer de andere schuur in. What the fuck! We renden naar het woongedeelte. De trap op, een kamer in, deur dicht en positioneerden ons vanachter een raam om te kijken of we informatie konden verkrijgen. Helaas... er was teveel begroeiing. Het enige wat restte was wachten, afwachten en op een bepaald moment gaan. Gewoon gaan. Nadat we ruim 45 minuten onszelf zagen in het zenuwcentrum van ons eigen gestel liepen we de trap weer af. Mieren maakten meer geluid. Achter iedere bocht kon die oeroude mastodont opduiken om ons met één rechtse uithaal direct richting de eeuwige jachtvelden van het walhalla te meppen! Doodenge shit.... maar we hadden geen keus. Langzaam, en met al onze bepakking, gleden we meter voor meter steeds dichter bij die ene uitgang. Die uitgang waar die Batavus stond?

Sonja wachtte, ik keek. Ik opende de deur, kroop door de begroeiing en hoopte op niets.... Niks geen niets. Die Batavus stond er nog steeds! Wachten wilde ik niet meer en besloot de schuur in te gaan waar die eeuwenoude mastodont in was gegaan. Voor volk en vaderland, bescherming van de gene zijde, geef het een naam. Moedig was het, slim allerminst. Maar.... geen boer! Niets! Vol verwachting kroop ik weer terug en meldde Sonja dat het nu of nooit was! het wachten was voorbij, dag boerderij! Dank voor alles maar we moeten gaan!

Ik liep vooruit de schuren door, Sonja liep achter mij... tot op een gegeven moment Sonja tegen me aan rende. Ik keek in haar opgezwollen ogen. Haar pupillen waren nog groter dan een rendier die op het punt staat aangereden te worden. Lijkbleek stamelde ze..."HIJ HEEFT ME GEZIEN!!". Daaaamnnn!! Weg alle plannen! Weg alle voorbereidingen!! We moesten weg en wel nu!! We hadden één voordeel. De boer zag Sonja aan de andere zijde van de schuur dus we hadden een meter of 30 voorsprong. We kropen uit de schuur, namen afscheid van de Batavus en liepen met een noodgang richting hek tot op een gegeven moment op hetzelfde terrein ineens de boer schreeuwde "Hey jullie! Wat moeten jullie hier! Stoppen! Moet ik de politie bellen!!!?" We deden alsof we niets hoorden wat natuurlijk onmogelijk is met slechts enkele meters afstand. We kropen letterlijk door het hek heen en liepen als Nordic walkers richting auto. Niet omkijkend, niet reagerend op die mastodont! Man man man, want een enge vent! Alsof je kennis maakte met de middeleeuwen! Nee we liepen, we liepen hard maar het leek alsof we gewoon liepen. We wilden vooral niet opvallen (duh) en ook vooral niet achterom kijken.

"Sonja?" "Ja?" "Zullen we achterom kijken?" "Nee, ik durf niet!" "Ok, dan blijven lopen!" We bleven lopen en hoopten dat die boer niet zo snel was om de Batavus te pakken, het slot van het hek open te doen en achter ons aan te knallen. Neeee dat zou toch niet? We liepen, bleven lopen, geen enkel teken van verzwakking viel ons ten deel. We moesten en zouden die auto halen. Nog 100 meter, 90, 80, 70 tot op een gegeven moment we over moesten steken. Dát was hét moment om achterom te kijken. We keken..... en DAMN! Die boer was inderdaad PISWOEST! Hij fietste 30 meter achter ons! 20 meter! 10 meter! Hij had ons bijna! We renden de weg over, wij aan de ene kant van de weg, de middeleeuwse mastodont aan de andere kant van de weg, vuur in z'n ogen, gebalde vuisten zo groot als kolenschoppen en een blik waarbij Lucifer huilend zou wegrennen.

Ik opende de deuren, smeten alles erin en startte de motor. Godzijdank reden er auto's op de weg zodat hij niet over kon steken wat ons de kans gaf de auto tussen het verkeer door de weg op te knallen en weg te racen met de snelheid van het licht! De boer, stoom blazend achterlatend, met zijn bevriende Batavus.

En wij? Nadat we onze harten weer teruggedrukt hadden in ons lijf lagen we in een deuk. Met recht een close call.....